Duurzame consumptie en recycle
Duurzame consumptie maakt deel uit van een duurzame manier van leven en consumentengedrag: het kopen van ecologisch en sociaal compatibele producten kan een politieke invloed hebben op mondiale problemen om economische, ecologische en sociale kosten te minimaliseren.

Een bekend voorbeeld van de wereldwijde dimensie van aankoopbeslissingen is de eerlijke handelsinspanning. Consumenten zouden iets duurdere goederen van kleinere producenten uit ontwikkelingslanden moeten nemen en zo eerlijke arbeidsvoorwaarden moeten ondersteunen. Anders is de aankoopbeslissing doorslaggevend, waarbij rekening wordt gehouden met de bedrijfs- en vervolgkosten van een product. Dit geldt zowel voor het latere energieverbruik als voor het gemak van reparatie of de lange levensduur van de producten. Wist je dat je tegenwoordig je energieverbruik, maar ook van andere partijen kunt ontvangen op je e-mailadres?
De term ethische consumptie wordt soms synoniem gebruikt met duurzame consumptie. Meer in het algemeen is ethische consumptie consumptie die wordt beïnvloed door de ethische overwegingen van de consument – en niet alleen met betrekking tot duurzaamheid. In het bijzonder heeft de vraag of de ene vorm van vleesproductie meer verenigbaar is met dierenwelzijn dan een andere vorm niets te maken met de categorie “duurzaamheid”; maar de vraag is van centraal belang voor ethisch georiënteerde consumenten.
De opkomst van de term duurzame consumptie is in het kader van de discussie over duurzame ontwikkeling, als een ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van de huidige generatie, zonder de kansen voor toekomstige generaties in gevaar te brengen om in hun eigen behoeften te kunnen voorzien. De oorsprong van de term duurzame consumptie gaat terug naar hoofdstuk 4 van Agenda 21, die in 1992 werd aangenomen op de Conferentie van de Verenigde Naties over milieu en ontwikkeling (Conferentie van Rio). Onder de titel ‘Verandering in consumptiegewoonten’ werd de oproep gedaan om specifiek om te gaan met niet-duurzame productiemethoden en consumptiegewoonten en een nationaal beleid te ontwikkelen om deze te veranderen. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de vraag de productiestructuren en -processen beheerst en dat milieuverontreiniging die duurzame ontwikkeling verhindert, plaatsvindt bij de consument zelf. Op de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling 2002 in Johannesburg werd tegen de achtergrond van steeds minder duurzame productie- en consumptiepatronen besloten om een tienjarig kaderprogramma voor duurzame consumptie en productie te ontwikkelen. Dit programma staat bekend als het Marrakesh-proces.
Er bestaat echter nog steeds geen uniforme, universeel erkende definitie van de term “duurzame consumptie”. Een nuttige definitie, die ook de basis vormt van het werk van de consumentenadviescentra, is het begrip van duurzame consumptie als het gebruik of gebruik van goederen en diensten die aan de behoeften van de consument voldoen, het milieu en de hulpbronnen beschermen en zowel sociaal aanvaardbaar als economisch levensvatbaar zijn . De drie basisdimensies van duurzaamheid, behoud van milieu en hulpbronnen, sociale compatibiliteit, economische duurzaamheid, worden weerspiegeld in de definitie. Deze kenmerken ook het zogenaamde driepijler-duurzaamheidsmodel.
Afzien van consumptie
Het concept van duurzame consumptie staat in contrast met het concept van afzien van consumptie. De focus ligt op de vraag of u echt een nieuw product nodig heeft, of dat u het oude wilt repareren, een gebruikt product wilt kopen, het wilt huren of ruilen, of een nieuw product van een oud product wilt recyclen. Eind november is er de actiedag om af te zien van de consumptie, de koopdag, zie ook: Toereikendheid (ecologie).
Duurzame consumptie door individuele consumenten
Mensen die een duurzame levensstijl beoefenen, worden LOHAS genoemd (volgens de levensstijlen van gezondheid en duurzaamheid). Mensen die bewust minder vlees consumeren omdat ze de negatieve milieueffecten van de bio-industrie willen tegengaan, worden flexitariërs genoemd.
Certificeringen van producten of bedrijven kunnen de consument dienen als hulpmiddel bij het nemen van een consumentenbeslissing. Er zijn talloze productcertificeringen met bijbehorende keurmerken, b.v. B. het Fair Trade-zegel voor “fair trade” of het Demeter-zegel voor een bio-dynamische economie. Bovendien biedt de CSE-standaard als bedrijfscertificering voor marktdeelnemers een richtlijn voor ethisch verbruik.
Duurzame consumptie door bedrijven en organisaties
Tot nu toe denkt men bij duurzame consumptie vooral aan individuele consumenten, minder aan bedrijven waar duurzaam handelen vooral wordt geassocieerd met maatschappelijk verantwoord ondernemen. De focus ligt vooral op de supply chain of waardeketen, die niet alleen economisch rendabel moet zijn voor verantwoordelijke bedrijven, maar ook sociaal en ecologisch compatibel moet zijn. Het gaat meestal om het product zelf of het fabricage- en leveringsproces.
De focus ligt steeds meer op duurzame consumptie bij kantooractiviteiten.
Vooral op ecologisch gebied kunnen bedrijven en organisaties hun ecologische balans verbeteren volgens het green office-principe [5]. Hierbij spelen inkoop en gedrag van medewerkers een belangrijke rol. Er zijn uitgangspunten voor duurzame consumptie bij bedrijven en organisaties op de volgende gebieden:
- Energie en hulpbronnen – voorbeelden: gebruik van groene stroom, zelf opgewekte elektriciteit, bijvoorbeeld via fotovoltaïek, dubbelzijdig printen, apparaten uitschakelen en verlichting wanneer niet in gebruik
- Mobiliteit – Voorbeelden: bedrijfsfietsen, jobtickets, emissiearme voertuigen, treinen in plaats van vliegtuigen of – als vluchten onvermijdelijk zijn – compensatie van vluchten door middel van klimaatbeschermingsprojecten
- Kantoorartikelen en -apparatuur – voorbeelden: aankoop van energiezuinige en / of gerecyclede kantoorapparatuur, gerecycled papier
- Catering en evenementenmanagement – voorbeelden: winkel waar mogelijk regionaal en seizoensgebonden, geef de voorkeur aan producten uit eerlijke handel
Naast eerlijke handel omvat de sociale dimensie van duurzame consumptie bij bedrijven en organisaties ook bedrijfsgezondheidsmanagement.